Context is de start van iedere oefening
Het geven van een duidelijke context bij het werken met hond is altijd erg belangrijk. Het betekent dat er informatie gegeven wordt aan de hond. Deze informatie maakt het duidelijk voor de hond wat de bedoeling is. Als we bijvoorbeeld gaan speuren, dan gebruiken we altijd een lange speur-lijn. Daarna lopen we op een bepaalde manier met de hond naar het begin van het spoor. We geven de hond lucht van een schoenafdruk of een voorwerp en daarna het commando tot speuren. Dit is een erg duidelijke context voor de hond. Hij weet precies wat de bedoeling is: “We gaan speuren”.
Het zorgen voor een duidelijke context is dus altijd belangrijk. Maar zeker als we een hond voor meerdere oefeningen trainen. Onze speurhonden menselijke geur trainen we voor vier verschillende onderdelen waarnaar ze moeten zoeken:
- Het speuren
- Het zoeken naar kleine voorwerpjes
- Blaffen naar grotere voorwerpen, zoals wapens nadat deze gevonden zijn
- Het zoeken naar vermiste personen
Ieder onderdeel heeft zijn eigen context
Het is dus belangrijk om de hond duidelijk te maken wat en wanneer er iets van hem verwacht wordt. We gebruiken dan ook vier verschillende contexten die duidelijk moeten maken wat de bedoeling is. Bij het speuren is dat onder andere de lange speur-lijn. Bij het zoeken naar kleine voorwerpjes leggen we de hond af en wijzen naar de grond. Zoeken we een wapen dan laten we de hond zitten en maken een voorwaartse handbeweging. En bij het zoeken naar personen geven we weer op een geheel andere manier een commando. In alle gevallen is het dan voor dit type hond duidelijk wat de bedoeling is.
Dit is niet alleen belangrijk bij sporthonden, maar vooral ook in de praktijk. Moet de hond op een plaats delict de grond nauwkeurig afzoeken naar een klein voorwerpje, of moet hij met veel meer snelheid een bos afzoeken naar een grote geur-bron zoals een persoon. De baas moet dit dan duidelijk maken aan de hond.
Zo zijn er talloze voorbeelden op te noemen. Sta ik op een grasveld met mijn hond dan kunnen we gaan zoeken, appèl doen of de hond trainen voor het dirigeren. Ook dan zal ik door houding, gebaar en commando de hond duidelijk moeten maken welke oefening de hond uit dient te voeren.
Ook bij het uitlaten geven we de hond een duidelijke context
Met het aanleren van de context beginnen we op jonge leeftijd met de pup. Het lopen aan de rollijn betekent wandelen, uitlaten en socialiseren. Het gebruik van een andere lijn betekent, we gaan trainen. Behalve de verschillende soorten lijnen, commando’s en de houding van de baas, gaan we in het beginstadium ook steeds naar dezelfde plek om een bepaalde oefening aan te leren. Lopen we met de pup naar die plek dan weet een pup al snel wat de bedoeling is. Bijvoorbeeld het aanleren van het verwijzen doen we op een plek in de voortuin. Zijn we klaar met die oefening, dan hoort de pup “klaar” en verplaatsen we ons naar een andere plek in de tuin om daar bijvoorbeeld appèl te trainen. Al na enkele weken leert een pup zo razendsnel wat de bedoeling is.
Vaak geef ik demonstraties met een puppy’s die slechts een aantal weken in opleiding zijn. Ik loop dan altijd eerst een rondje lang het publiek, met de pup aan de rollijn. Iedereen mag de pup dan gewoon aaien en de pup reageert hier doorgaans enthousiast op. Maar als ik de pup dan even in de bench doe en daarna een andere lijn gebruik, verandert direct het gedrag van de pup. Hij weet dat we iets gaan doen waarvoor hij beloond gaat worden en vergeet het publiek. De context is dus al duidelijk voor de pup in slechts enkele weken training.
Verwar context niet met herhaling
Enige tijd geleden trad ik op als keurmeester bij de keuring van een speurhond menselijke geur. De keuring werd gehouden op een plek waar zichtbaar vaker met de hond was geoefend. Of het nu om het zoeken van kleine voorwerpjes ging of het opzoeken van een persoon in het bos, in alle gevallen begonnen baas en hond op exact dezelfde manier. De hond werd afgelegd en kreeg daarna het commando tot zoeken. Maar de hond wist wat de bedoeling was en deed op elke locatie steeds goed zijn werk en slaagde met glans.
Door herhalingen had de hond kennelijk geleerd op welke plek welke oefeningen gedaan moest worden. Maar na afloop van de keuring adviseerde ik de geleider om toch meer aandacht te schenken aan de context van de verschillende oefeningen zelf. Middels houding, gebaar en commando’s. Dit omdat het in de praktijk op vreemde plaatsen anders voor de hond absoluut onduidelijk zou zijn wat hij op een bepaald moment zou moeten doen.