De hond ziet het voorwerp als zijn prooi.
Het doel bij het apporteren is dat de hond het apporteerblok, of ander voorwerp, op een correcte manier aan zijn baas apporteert. Dit kan bijvoorbeeld een krant zijn voor een huishond, maar ook een apporteerblok of ander (klein) voorwerp voor werkhonden die voor de sport of politiewerk worden getraind.
Voor het aanleren van apporteren zijn er verschillende systemen. Sommige trainers dwingen de hond om het voorwerp in de bek te pakken. Ook zijn er veel trainers die het voorwerp aan een touw doen en er mee heen en weer slepen over de grond. De hond jaagt er dan achteraan en gaat uiteindelijk het voorwerp in zijn bek pakken.
Het resultaat hiervan is dat de hond het voorwerp als zijn prooi gaat zien. Hij wil het wel vastpakken, maar wilt het vervolgens niet meer loslaten. De hond gaat erin bijten en het heen en weer schudden, of wilt ermee wegrennen. En hij wil het zeker niet naar zijn baas brengen, omdat hij het voorwerp al als zijn beloning ziet.
Niet het voorwerp, maar juist de beloning moet belangrijk zijnÂ
Wij gebruiken een ander, erg positief systeem, om dit te trainen. Wij leggen namelijk een relatie tussen het voorwerp en de beloning. We leren de hond dat wanneer hij het voorwerp aan ons apporteert, dat dit hem zijn beloning oplevert.
Door deze relatie te leggen, leert de hond een enorm belangrijke basis. Het voorwerp levert hem namelijk zijn beloning op. Als hij het voorwerp op een correcte manier apporteert wordt hij hier direct voor beloond door zijn baas. De hond is dus enorm gemotiveerd om het voorwerp te apporteren.
Ieder voorwerp kan geapporteerd worden
Door de op deze manier te trainen wordt het voorwerp totaal niet interessant voor de hond. De beloning is juist waar de hond het voor doet. Het maakt dus ook geen verschil welk voorwerp de hond moet apporteren in dit systeem. Door op deze manier te trainen zal de hond het voorwerp niet als prooi zien en er niet mee weg willen rennen of erin bijten. Maar hij zal het juist zo snel mogelijk aan zijn baas willen geven, om zijn beloning te krijgen. Apporteerblok, sleutels, de krant of welk voorwerp dan ook, in dit systeem maakt het voor de hond geen verschil.
Lage en hoge driften
Het aanleren van apporteren doen we altijd met voer. Als we met voer trainen dan doen noemen we dit trainen op lage driften. Dat betekent dat de hond goed na kan denken en niet al te opgewonden is. Ook als we honden hebben die enorm veel prooi-drift hebben, beginnen we altijd met voer. Zouden we dit niet doen, dan zijn de honden te veel opgewonden omdat ze snel hun grote beloning willen krijgen. Hierdoor kunnen ze niet helder nadenken en leren ze niet snel. Een ander voordeel van trainen met voer is dat je veel herhalingen kunt maken in korte tijd met korte beloningsmomenten.
Wanneer de hond de oefening eenmaal begrijpt, beginnen we met het introduceren van zijn grote beloning. Dit kan bijvoorbeeld een bal of bijtrol zijn. Vanaf dat moment beginnen we met trainen op hoge driften. De hond zal de oefening dan met meer snelheid uitvoeren omdat hij opgewonden is om zijn grote beloning te krijgen.
An Vanhoof
op 06 Sep 2021Sander Staal
op 06 Sep 2021