Over het trainen met voer zijn enorm veel verschillende meningen en theorie. Veel trainers trainen niet met voer, omdat ze vinden dat de hond moet werken voor zijn baas en niet voor een voertje. Ik ben het hier gedeeltelijk mee eens, want zodra de hond getraind is en de oefening begrijpt moet de hond natuurlijk wel naar mij luisteren en wil ik dat de hond niet alleen luistert om zijn voerbeloning te krijgen. Tijdens de aanleer fase van oefeningen ben ik echter wel 100% overtuigd van de voordelen van trainen met voer.
Train met al het voer van de hond
Bij consequent gebruik maken van een voertraining systeem, breng je de hond terug naar wij hij lange tijd geleden vandaan kwam. Zijn dierlijk instinct, waarbij hij iets moet doen om zijn eten te krijgen. Wij doen dit door de hond niet op een normale manier te voeren, maar om al zijn eetmomenten van de dag, te verdelen over trainingssessies. We gebruiken dus al het voer dat de hond normaalgesproken eet op een dag, tijdens 2 of 3 trainingssessies.
Ieder voertje is tijdens de training één herhaling van een oefening die we op dat moment trainen. Afhankelijk van hoeveel jouw hond eet en hoe groot de brokken zijn, heb je op deze manier dus al snel 50 brokjes en dus 50 herhalingen tijdens een training. Op een dag zijn dit al zo’n 150 herhalingen die je kan maken tijdens het trainen van jouw hond.
De hond kan goed nadenken tijdens het aanleren
Daarnaast train je met voer op lage driften. Dit houdt in dat de hond niet al te opgewonden is en helder na kan denken tijdens het trainen. De beloningsmomenten zijn kort omdat de hond het voertje snel op eet en je daardoor direct weer opnieuw kan beginnen. Zou je een oefening aanleren met bijvoorbeeld een bal als beloning, dan train je op hoge driften. De bal is vaak de ultieme beloning voor de hond en hij zal er alles aan willen doen om die direct te krijgen. Hierdoor kan hij vaak niet goed meer nadenken omdat de opwinding erg groot is. Ook is het moment van belonen met een bal veel langer omdat je die niet direct af kunt pakken. Hierdoor kan je veel minder herhalingen maken in een trainingssessies.
Leer oefeningen aan in slechts één sessie
Het klinkt simpel, maar voordat je begint met de voertraining, is het belangrijk dat je eerst traint met de hond hoe je hem een voertje aanbiedt. Dit doen we door eerst met een gesloten hand contact te maken met de hond en pas daarna de hand te openen en de hond het voer te laten eten. Hiermee voorkomen we dat het voertje onverwacht komt voor de hond en hij zich hierin kan verslikken.
De eerste oefening die we een pup aanleren, dat is zijn naam. Tijdens de eerste voertraining roepen we de naam van de pup en geven we hem meteen een voertje. Door dit steeds te herhalen en al het voer te gebruiken, leert de hond in slechts één trainingssessie al zijn naam. Daarnaast bouw je direct een goede band op met de pup door de vele positieve contact momenten en leert de pup te wennen aan het trainen met voer.
Door op deze manier te trainen kunnen we honden enorm snel oefeningen aanleren. Ze leren van hun eigen gedrag omdat dat gedrag de hond steeds een voertje oplevert. Hierdoor laten onze puppy’s van 4-5 maanden oud vaak heel goed werk zien. Ze kennen de appèl oefeningen en bijbehorende commando’s zoals zit, blijf, volg en af. Ook zijn we in staat om ze op deze jonge leeftijd al het speuren en detectiewerk aan te leren. Hierdoor hebben we met voer een hele positieve en goede basis gelegd voor de toekomst en creëren we geconditioneerd gedrag. De pup weet wat hij moet doen.
Uiteindelijk moet de hond ook naar ons luisteren
Toch is het zo dat de pup nog niet echt naar ons luistert, maar hij luistert omdat dat gedrag hem zijn beloning oplevert. Daarom is het erg belangrijk om na deze uitsluitend positieve training, de hond ook te leren dat hij moet luisteren naar zijn baas. Dit doen we meestal pas rond de 8 maanden, als de hond oud genoeg is. De hond leert dan dat niet alles vrijblijvend is, maar dat hij de oefening ook uitvoert omdat zijn baas dit van hem vraagt. We noemen dit de plichtfase en doen dit om een betrouwbare werkhond te krijgen.
Omdat de commando’s en de oefeningen eerst met voer zijn aangeleerd, kent de hond deze al goed. We verlangen dus iets van de hond, waarvan hij ook al weet wat er van hem gevraagd wordt. De plichtfase is daarom kort en geen groot probleem voor de hond, maar het is wel iets wat we nodig hebben om er zeker van te zijn dat de hond altijd voor zijn baas wil werken.
Voer is in veel gevallen de beste optie om mee te trainen
Een goed voorbeeld van het trainen met voer in ons systeem, dat is het aanleren van het verwijzen van een voorwerp. Dit is de eerste stap in ons systeem voor het speuren. De hond moet op een juiste manier een klein voorwerp op de grond verwijzen, waarbij hij alleen gefocust is op het voorwerp en nergens anders op, zoals hieronder te zien is.
Door dit met voer te trainen, kunnen we steeds het juiste moment belonen met een voertje. Iedere keer als de hond gefocust is op het voorwerp en deze goed verwijst gooien we een voertje bij de hond en wordt hij dus beloond. De hond zal deze op eten en direct weer naar het voorwerp gaan omdat hij weet dat hij dan direct weer beloond zal worden.
Zouden we dit trainen met een balbeloning, dan is de focus bij de hond veel minder goed tijdens het aanleren van de oefening. Hij zal erg opgewonden zijn en steeds naar ons kijken waar de bal blijft. Op het moment dat de hond wel goed focust en we hem belonen met de bal, wordt hij ook direct uit de oefening gehaald omdat hij met de bal gaat spelen. We moeten dan eerst met hem gaan spelen en daarna weer helemaal opnieuw beginnen.
Trainen we dit met voer, dan kunnen we enorm veel herhalingen maken in korte tijd en de hond in slechts enkele sessies het verwijzen aanleren. Het is dus voor ons duidelijk dat het aanleren van oefeningen met voer, het allerbeste werkt en de beste en snelste resultaten oplevert.