Het leren van de hond
"Als iets positief is aangeleerd, luistert de hond dan wel altijd?"
Er zijn tal van onderzoeken die aantonen dat het beter is om honden op een positieve manier op te voeden en te trainen dan bijvoorbeeld door gebruik te maken van negatieve prikkels. Door positief te trainen staan de honden namelijk open om te leren en zijn ze niet bang om fouten te maken. Daardoor neemt het lerend vermogen toe. Met positief trainen wordt vooral bedoeld het gebruik van de leerprincipes positief te bekrachtigen (met een voertje) en een negatieve straf (time-out).
Als oefeningen aangeleerd worden door middel van negatieve prikkels heeft dat inderdaad nadelen voor de hond. De hond raakt al snel gestrest omdat er gecorrigeerd wordt. Vooral omdat de hond nog niet snapt wat de bedoeling is en is bang om fouten te maken.
Het lerend vermogen van de hond is hierdoor uiteraard veel minder. Dit leren is vooral gebaseerd op de leerprincipes positieve straf (een correctie) en negatieve bekrachtiging (lijn strak naar beneden trekken waardoor de hond moet gaan liggen). Het kan zijn dat een oefening die negatief is aangeleerd later wel goed wordt uitgevoerd door de hond. Maar op een moment dat het weer even moeilijk wordt, zal de hond vaak direct weer gestrest raken. Dit door de negatieve ervaringen bij het aanleren van een oefening. In de loop der jaren heb ik vaak gezien dat een hond die een oefening met dwang was aangeleerd, later in de stress raakte op een moment dat het even moeilijk werd. De hond was dan veel minder in staat om problemen op te lossen, anders dan bij honden die op een positieve manier getraind zijn.
Vanuit de wetenschap en door talloze gedragstherapeuten wordt daarom aangegeven dat het beter is om honden uitsluitend positief op te voeden en te trainen. En dat dit door huidige nieuwe inzichten ook mogelijk is zonder de hond te hoeven corrigeren. Dit klopt als het gaat om het aanleren van allerlei oefeningen. Tijdens de opleiding van mijn honden pas ik dan ook de eerdergenoemde positieve leerprincipes toe. Hierdoor leert de hond het snelst.
Maar als iets positief is aangeleerd, zal een hond dan altijd luisteren? Als er voldoende motivatie is bij de hond wel. Dit verschilt per hond uiteraard maar ook de baas speelt hierbij een belangrijke rol. In hoeverre hij een hond op een positieve manier bij de les kan houden. Maar door omstandigheden kan de motivatie voor een hond zomaar verdwijnen of veranderen. Bijvoorbeeld als er sprake is van afleidingen die voor de hond interessanter zijn dan de oorspronkelijke motivatie voor de hond. Zoals een loopse teef, etensresten op straat, paardenpoep, konijnen enzovoort. Voorbeelden hiervan zijn dagelijks op straat te zien; Honden die hebben geleerd om netjes de baas te volgen in ruil voor een voertje. Of keurig gaan zitten voordat ze de straat mogen oversteken. Maar totaal niet meer luisteren als er plotseling een andere hond aan komt. Of als er andere omstandigheden zijn die zorgen voor afleiding of opwinding. De motivatie - meestal het voertje - is dan op dat moment onvoldoende om de hond te laten luisteren. Om een probleem als dit op te lossen kan gezocht worden naar een hogere vorm van beloning. Om de hond te motiveren om ook te luisteren bij een bepaalde afleiding. Als dat lukt, dan is het betreffende probleem geregeld en zal de hond wederom gemotiveerd zijn om te luisteren naar zijn baas.
Lukt het niet om op deze manier een probleem op te lossen, dan zijn er enkele opties:
Accepteren dat de hond op bepaalde momenten niet luistert. Bij een huishond kan die keus eenvoudig gemaakt worden. Het is dan niet zo’n probleem als de hond af en toe niet luistert. In dat geval zijn acceptatie of vermijding van het probleem in feite de enige mogelijkheden.
Een andere optie is om de hond te leren dat hij ook moet luisteren naar zijn baas. Zeker bij werkhonden is dit van belang. Een speurhond die aan het speuren is in het dorp zal zo nodig moeten luisteren naar zijn baas om gevaarlijke situaties te voorkomen. Hetzelfde geldt voor de hond die sleutels moet apporteren die een pakwerker laat vallen. De sleutels zijn uiteraard veel minder aantrekkelijk voor de hond dan de pakwerker zelf. In eerste instantie zal dan altijd een bepaalde mate van dwang nodig zijn om het apporteren in het bijzijn van een pakwerker aan te leren. Door deze oefening eerst zonder een pakwerker aan te leren, maakt alles uiteraard wel eenvoudiger voor de hond. Hij snapt dan in ieder geval goed wat de baas van hem verlangt.
Als het gaat om ongewenst gedrag dan is het in theorie ook mogelijk om op een positieve manier te regelen dat dit gedrag niet (meer) wordt uitgevoerd. In het algemeen wordt geadviseerd om ook aan ongewenste gedrag iets te koppelen wat belangrijker is dan het betreffende gedrag zelf. Een voorbeeld: Bijna alle honden eten graag paardenpoep en zullen als ze de kans krijgen dat proberen op te eten. Door de hond af te leiden en te belonen kan bereikt worden dat de hond in een dergelijke situatie zich richt naar zijn baas om beloond te worden. Hetzelfde indien een hond geleerd wordt dat het zien of ruiken van een konijn hem iets lekkers bij de baas oplevert. Ook dan zal hij naar zijn baas gaan om beloond te worden. Zo zijn er veel meer voorbeelden te geven om op deze manier te bereiken dat de hond bepaald ongewenst gedrag niet meer zal uitvoeren. Gerealiseerd moet wel worden dat deze honden niet hebben geleerd dat het niet toegestaan is om het betreffende gedrag uit te voeren.
Maar hoe zit het nu met de werkhond die moet werken in allerlei situaties waarbij deze voortdurend geconfronteerd worden met allerlei verleidingen? Het zal duidelijk zijn dat in dat geval het zeer onwenselijk en niet acceptabel is dat deze hond zich voortdurend richt op de baas om een beloning te ontvangen. Een hond die aan het zoeken of speuren is en etensresten ruikt en vervolgens direct naar zijn baas rent om beloond te worden, is iets wat voor een speurhond niet wenselijk is. Hetzelfde geldt voor een speurhond die in een woning aan het zoeken is en in een kast iets lekkers ruikt. Ook deze hond moet gewoon aan het werk blijven. Om deze reden is het dan ook noodzakelijk om zeker bij de werkhond bepaald ongewenst gedrag af te leren.
Bij het leren van de hond maken wij dan ook onderscheid tussen aanleren en afleren. Het aanleren is al eerder besproken eerder in dit artikel. Alles positief als het gaat om het aanleren van oefeningen. Maar als het gaat om ongewenst gedrag dan is dat anders. Dan is het vooral belangrijk om in een zo vroeg mogelijk stadium duidelijk te zijn en te voorkomen dat ongewenste gedrag zich zal ontwikkelen. Ook onze laatste pup Jane was erg geïnteresseerd in paardenpoep. De eerste weken ontweken we dit probleem zoveel mogelijk en leerden we haar in die periode de betekenis aan van “Goed zo, braaf” en “Nee”. Na die eerste weken zochten we rustig problemen op en corrigeerden we ongewenste gedrag met de stem en zo nodig een lichte lijncorrectie. Hierdoor leerde we haar dat het eten van paardenpoep geen optie is en inmiddels is dit als het ware uit haar wereld verdwenen. Net zoals trouwens het bijten in de lijn, in de broek van de baas, alles oppakken van straat enzovoort.
Vaak vinden mensen het zielig om een hond zo nodig te corrigeren. Maar dit is geen enkel probleem. Honden onderling doen dit ook. Eerst gromt de hond naar de andere hond (wij zeggen "nee"), dan laten ze de tanden zien (wij een vinger) en eventueel bijten ze (correcties met de lijn of hand), dit zijn aspecten die normaal zijn voor een hond. En als in een vroeg stadium van het leven de hond duidelijk wordt gemaakt wat ongewenst gedrag is, hoeft er later nauwelijks meer gecorrigeerd te worden. Honden onderling corrigeren vaak erg hard maar dat hoeven wij niet te doen. We kunnen ons doel bereiken door duidelijk te zijn en correcties zo nodig rustig op te bouwen tot dat de hond het ongewenst gedrag stopt.
Uiteindelijk bevordert het met beleid corrigeren het welzijn van de hond. De hond is niet meer met ongewenst gedrag bezig en kan loslopen in het bos waar paardenpoep ligt en konijnen rondrennen. Ook kunnen onze honden lekker rennen in tuin zonder aandacht meer te schenken aan onze kippen die daar ook los rondlopen. En is een hond niet meer bezig met allerlei ongewenst gedrag, dan zal hij vooral zal richten op datgene dat beloond wordt door zijn baas.
In de loop der jaren is het voor mij wel erg duidelijk geworden wat de beste manier is om honden op te voeden en te trainen. Het gebruik van onze “combinatie methode”. Oefeningen altijd positief aanleren maar duidelijk zijn over ongewenst gedrag. Dat maakt uiteindelijk de baas en zijn hond erg gelukkig.